Hypokaliemie
Oorzaken
Thiazidediuretica (remming Na/Cl cotransport en daardoor groter Na/K countertransport)
Lisdiuretica (toename Na/K coutertransporttransport naar de distale tubulus)
Laxantia (verlies kalium)
PPI’s (hypomagnesiemie)
Braken en diarree (verlies kalium)
Diabetes (insuline) (kaliumshift naar intracellulair)
Bronnen
Landelijke transmurale afspraak NHG
Richtlijn elektrolietenstoornissen NIV. 2014
Beleid
Kalium < 2,0
Insturen
Kalium 2,0 - 3,0
Slow K, 2 x 2 gram dd + Triamtereen 50 mg, 1 x dd
Kalium > 3,0
Triamtereen 50 mg, 1 x dd
Nota bene: Spironolacton heeft pas na 48 uur effect op de kaliumspiegel.
Follow up
Controleer kalium en GFR aanvankelijk tweewekelijks (geen bronnen)
Kalium 2,0 – 3,0
Bij normale waarde terug naar Slow K 1 – 4 g dd
Kalium > 3,0
Continueer Triamtereen afhankelijk van de kalium en de tensie.
Bronnen
Landelijke transmurale afspraak NHG
Richtlijn elektrolietenstoornissen NIV. 2014