0 - 1 jaar
Huilen, lachen en kraaien
Spelen met de stem, lippen, tong en gehemelte (vb. ‘ah’, ‘eh’)
Luisteren naar de stem van mama en kijken naar haar mond
Brabbelpatroontjes worden steeds langer en ingewikkelder (vb. ‘baba’, ‘dadada’).
1 jaar
Veel en gevarieerd brabbelen
De klanken zijn afhankelijk van de voorkeur voor het bewegen van de lippen, tong of het gehemelte.
Brabbelen wordt steeds meer een manier om contact te maken.
1 ½ jaar
Het kind kent tenminste 5 woordjes (vb. ‘mama’, ‘papa’ , ‘eten’, …).
De woordopbouw is nog onvolledig (vb. ‘paard’ = ‘taat’, ‘paraplu’ = ‘papu’).
De verschillende klanken kunnen nog "neuzig" zijn. Zowel orale als nasale klanken komen voor.
2 jaar
Het kind spreekt in zinnen van twee woordjes (vb. ‘koek hebben’, ‘poes ook’, …).
De woordopbouw is vaak onvolledig (vb. ‘stoel’ = ‘toe’, ‘boterham’ = ‘bopam’).
Verschillende klanken kunnen nog "neuzig" zijn. Zowel orale als nasale klanken komen voor.
Hiernaast gebruikt het kind brabbels en éénwoorduitingen.
3 jaar
Het kind spreekt in zinnetjes van drie tot vijf woorden.
Deze zinnetjes hebben nog weinig grammaticale structuur. De opbouw van de zinnetjes wijkt nog sterk af van die van volwassenen. Opvallende nasaliteit is nu meestal verdwenen. De "neuzige" klanken komen nu meestal niet meer voor.
50% tot 70% van wat het kind op deze leeftijd zegt, is verstaanbaar voor anderen.
4 jaar
Het kind spreekt in enkelvoudige zinnetjes.
De zinsbouw is al beter maar er zijn vaak nog problemen met het meervoud en de vervoegingen van het werkwoord.
75% tot 90% van wat het kind zegt, is voor anderen verstaanbaar. Bij 'verstaanbaarheid' moet u vooral denken aan het helder en duidelijk uitspreken van woorden.
5 jaar
Het kind gebruikt nu goedgevormde, ook samengestelde zinnen.
De zinslengte en woordvolgorde gaan steeds meer lijken op de taal van volwassenen, maar het taalgebruik is vaak nog concreet.
Meer dan 90% wat het kind zegt, is verstaanbaar.
VHZ, oktober 2007
De informatie op deze pagina is louter bedoeld als samenvatting en geheugensteun voor een verstrooide huisarts. Ze behelst niet de laatste evidentie en kan verouderd zijn. Het betreft snelle, steekswoordsgewijze ondersteuning voor mijn spreekuur.